Ik denk na over woorden: Zelfstandige naamwoorden

2. Zelfstandige naamwoorden en eigennamen geven een naam.
Er zijn verschillende soorten zelfstandige naamwoorden;

• Zelfstandige naamwoorden geven een naam aan mensen, dieren, planten, en dingen. bv: kind, paard, fiets, boom, ...
  
• Zelfstandige naamwoorden geven ook een naam aan iets wat we ons alleen maar in gedachten kunnen voorstellen of voelen. bv: plezier, winter, einde, lente, ...

                                 

• Met zelfstandige naamwoorden kunnen we één of meer dingen aanduiden. Enkelvoud of meervoud.

1. In het enkelvoud bedoelen we  één iets of iemand. bv: een leesboek, een bakker, een roos, ...
   
2. In het meervoud bedoelen meer dan één iets of iemand. bv: twee leesboeken, drie bakkers, 27 rozen, ...

• Zelfstandige naamwoorden kunnen ook verwijzen naar 

1. één persoon: Mariam, khalti Fatima, Halima, Younes, ...
2. één straat, één stad, één land,... : Regenboogstraat, Oujda, Saoedi-arabië, ...

        Dit soort zelfstandige naamwoorden noemen we ook EIGENNAMEN.

        Een eigennaam schrijf je met een hoofdletter!

Dus:

Zelfstandige naamwoorden zijn namen van MENSEN, DIEREN, DINGEN, STOFFEN en BEGRIPPEN. Je kunt er DE, HET of EEN voor zetten. Je kunt ze in het meervoud zetten. Je kunt ze VERKLEINEN.
Voorbeelden: bakker, poes, melk, verdriet, Aisha, Mechelen en Aldi.

En nu oefenen maar:

www.jufmelis.nl/woordsoorten/Zelfstandig-naamwoord/Zelfstandig-naamwoord-1 Doe ook oefening 2, 3 en 4.

digischool.nl/zelfstandig-naamwoord